Tips voor een wandeling met je labradoodle

Wandelen met je Labradoodle klinkt als het ideale rustmoment. Samen naar buiten, genieten van frisse lucht en quality time. Maar dat gevoel verdwijnt snel als je hond trekt aan de lijn, constant wil snuffelen of op elke prikkel reageert. Veel baasjes merken dat het dagelijkse rondje eerder stress oplevert dan ontspanning. Gelukkig kun je daar met een beetje inzicht en training echt verandering in brengen. Pas alleen wel op dat je niet ineens een te lange wandeling maakt.

Waar het vaak misgaat

Een Labradoodle zit vol energie en enthousiasme, wat heerlijk is, maar tijdens het wandelen ook voor uitdagingen zorgt. Veel honden raken al opgewonden zodra ze merken dat ze naar buiten mogen. Die spanning bouwen ze op, en die barst los zodra de deur opengaat. Daarnaast hebben sommige honden nooit echt geleerd hoe ze netjes mee moeten lopen. Als trekken ze iets oplevert, bijvoorbeeld sneller vooruit komen, dan is dat voor hen reden genoeg om ermee door te gaan. Verwarring ontstaat ook wanneer je als eigenaar de ene keer streng bent en de andere keer doorloopt zonder te corrigeren. Die inconsistentie maakt het voor je hond lastig om te begrijpen wat je nou precies van hem wilt. In sommige gevallen leidt dat niet alleen tot stress, maar ook tot kleine ongelukjes of blessures door onhandig trekken of onverwachte bewegingen. Een goede hondenverzekering in België kan dan net wat extra rust geven, vooral als je hond ineens medische zorg nodig heeft na een val of verstuiking tijdens het wandelen. Je hoopt het natuurlijk nooit nodig te hebben, maar het is fijn om te weten dat je goed voorbereid bent.

Begin bij rust, ook voor jezelf

Een ontspannen wandeling begint nog voordat je buiten bent. Laat je hond eerst even kalmeren. Pas als hij rustig zit, doe je de lijn om. Neem deze rust ook zelf mee naar buiten. Adem diep in, laat je schouders zakken en loop met een duidelijke, rustige houding. Honden voelen feilloos aan of jij gespannen of kalm bent, en reageren daar direct op. Als jij zelf gehaast of geïrriteerd bent, zal je hond dat gedrag spiegelen en zelf ook onrustig worden.

Belonen werkt beter dan corrigeren

Het is verleidelijk om te corrigeren als je hond trekt, maar belonen werkt meestal beter. Geef je hond een beloning zodra hij rustig naast je loopt of naar je kijkt. Zo leert hij dat dat gedrag iets oplevert. Trekt hij toch aan de lijn, blijf dan rustig staan. Wacht tot de lijn slap hangt en ga dan pas weer lopen. Op die manier leert hij vanzelf dat trekken hem nergens brengt. Het vergt wat geduld, maar op de lange termijn krijg je er rust voor terug.

Maak het wandelen uitdagender

Een Labradoodle wil niet alleen bewegen, maar ook nadenken. Snuffelen is voor een hond een manier om informatie te verzamelen en tot rust te komen. Laat je hond dus gerust op bepaalde plekken even z’n gang gaan. Ook kun je af en toe iets verstoppen een brokje bijvoorbeeld en je hond laten zoeken of oefen onderweg wat simpele commando’s. Daarmee houd je zijn brein actief én versterk je jullie band.

Wat als je hond blijft trekken?

Soms lijkt het alsof je hond helemaal niet luistert. Dan is het slim om de wandeling iets strategischer aan te pakken. Loop eens onverwacht de andere kant op zodra hij te ver vooruit loopt. Zo leert hij dat hij op jou moet letten. Verwacht geen wonderen in één week. Elke dag een beetje oefenen, rustig blijven en herhalen dat is de manier waarop je resultaat bereikt.